Oké, dit is niet echt een romantische plek, als je het even bekijkt. Doornen overal, stenen, opeens een gat in een pad waar je gewoon nog op liep... Ook niet zo handig om hier te zijn. Het is er erg pijnlijk als je gaat rennen en het is al helemaal niet slim om hier tikkertje te gaan spelen of zo.
Mackenzie begon schrammen te krijgen van de takken terwijl ze ze probeerde af te weren met haar armen, die ze kruisend voor zich hield. "Dreee... DREW!" Ze begon steeds kwader zijn naam te schreeuwen. Ze was het nu zat. Ze bukte, pakte een medium-sized steentje en gooide hem met een strijdkreet tegen het hoofd van Drew, hijgend.
Mackenzie trok een tak van de boom naast zich en gooide ook deze naar Drew, nu zonder te schreeuwen. Ze voelde warme vloeistof over haar wangen naar beneden rollen. Tranen?
Drew voelde deze tak nauwelijks, hij kwam dan ook maar zacht tegen zijn linkerbeen aan. Drew liep stap voor stap naar Mackenzie toe. Hij glimlachte een klein, klein beetje, waarna hij met een vinger aan één kant van haar gezicht de tranen wegveegde. "You really are", begon hij, "a mess."
"Twee keer onteerd op een dag, hmm?" Hij deed niet eens z'n best om z'n sarcasme te verbergen, maar zijn gezicht bleef vriendelijk staan. "Dat zal vast een schok zijn, hmm?"
Mackenzie kneep haar ogen dicht. Hierdoor vielen de tranen sneller, alleen ze kon niet meer kijken. Ze voelde na de woorden van Drew woede, maar ze kon het 'm niet kwalijk nemen, toch?
"Waarom ging je me eigenlijk nog achterna, Mack?" vroeg Drew, en zijn glimlach veranderde in een sadistische smirk. "De vermoorde onschuld spelen? Hmpfh. Ik gaf je zelfs nog privacy met Lucas." Hij bleef haar aankeken en genoot van elk woord wat haar oren inging. "Echt. Een mess."
Mackenzie schudde haar hoofd door het snikken door, balde haar vuisten, en snikte en snikte. "Hhhffuuggh", was het geluidje wat uit haar mond kwam. "Waarom... waarom..." Ze begon wel, maar kwam niet verder at all.
"Waarom ben je zo gemeen tegen me!" schreeuwde Mackenzie huilend. "Wat heb ik gedaan! Zeg het me dan, zeg het me!" Ze trok nog een tak van de boom naast zich af en gooide ook deze richting Drew, die landde voor de hiel van zijn schoen.
Drew stopte even, ook met lachen. Hij zei niks. Er heerste een stilte voor enkele seconden. Hij opende zijn mond om te antwoorden, maar sloot hem weer. Hij liep door, het woud in.
Mackenzie liet zichzelf vallen en haar knieën raakte de aarde. Yuk, wat een smerige boel was het hier. Ze zweerde dat ze een worm onder haar been voelde glibberen. Mackenzie had nog nooit haat gevoeld, of haat van een ander. Maar dit, deze eerste keer... het was een vreselijk gevoel. Ook om gehaat te worden. Maar het voelde zo... het voelde rechtvaardig tegelijkertijd. Ze verdronk zo wat in haar eigen woede.
Edward liep een beetje rond in het woud, zag toen opeens voor zich een zwart, leren geval. Hij sprintte er naartoe, en zag dat het slechts een jack was van een persoon. Hij keek gefascineerd naar de levensvorm en ging voor het staan om het beter te bekijken. Een meisje. Hij bukte en stak zijn hand naar haar uit. "Meisje..."
Mackenzie mepte de hand weg, de hand was bleek, net als die van Drew - daarom dus. Ze keek op, verwachtte Drew, dus met haar frons en tranen keek ze recht in het gezicht van... Shit. Cullen.
Edward's ogen werden even groot bij het zien van het wegslaan van zijn hand. Oh shit, Cullen, herhaalde hij zijn gedachten. Kende dit meisje hem? Hij keek haar aan met een lichte frons, een beetje beangstigd.
Het kon echt niet slechter worden, hè? Eerst haat ga je het bos in om een gozer tegen te houden, waarvan je zelfs niet eens weet waarom je dat doet, en dan vindt de gozer die je eigenlijk ongelofelijk leuk vindt, ook al kent hij je niet, je in het bos. Mackenzie's wangen werden rood van schaamte en keek weg.
Het stukje wat Edward opving over hem leuk vinden boeide hem niet zo. Hij hoorde dat vaker. Maar toch, het meisje leek erg verlaten en hij was vastberaden haar naar huis te brengen. Hij zette voorzichtig een glimlach op zijn gezicht. "Kom", zei hij en stak opnieuw zijn hand uit.
Edward glimlachte ietwat krampachtig, maar hij weette het beleefd te brengen en keek neer op het blonde meisje. "Ben je verdwaald?" vroeg hij, enkel zodat hij uit haar kon krijgen dat ze ook op het AMF zat en dat hij haar daar naartoe kon brengen om vervolgens eindelijk weer alleen te zijn.
"Nee, ik zit op het AMF. Net als jij." Mackenzie klonk snel en zeker, iets wat ongelofelijk veel argwaan zou moeten opwekken bij Edward. Ze kon zichzelf wel slaan, urgh, nu denkt hij dat ze hem stalkt!
Edward dacht na en bekeek haar gezicht nog eens goed. Het kwam hem niet echt bekend voor. "Wacht, jij zit toch bij mij bij biologie?" vroeg hij, wetend dat het vast niet zo was, meer uit beleefdheid.