Mackenzie klom omhoog en voelde de takken in haar lijf steken, maar ze negeerde en ze kwam omhoog. Ze greep naar de elleboog van Drew toen ze hoog genoeg was, zeg maar tien meter omhoog.
Drew keek om, verrast, maar die blik vervaagde in een dromerige, glazige glaze. Hij bracht zijn hand omhoog en zwaaide langzaam. "Wat brengt jou hier?" zei hij dromerig.
Mackenzie fronste en ze liet hem los, waarna ze zich op zijn tak trok. Er was nog een andere tak alleen ze moest over Drew heen om erbij te komen. "We moeten praten", zei ze, hopelijk serieus genoeg.
Mack schrok eventjes op. Het was haar schuld, Eureka had gelijk. Ze slikte en bleef fronsen, negeerde zijn verhaal. "Ik denk... dat het beter is als we niet bij elkaar komen." Ze dacht aan dat Aegle-verhaal. Hij was een vampierprins en zij trok hem alleen maar de wereld van problemen in. Hij zou ook niks goed betekenen voor haar. Dit was echt niet goed. In geen enkel opzicht.
Drew's adem stokte in z'n keel en z'n pupillen werden even groot en weer klein. "Hoe bedoel je?" Hij slikte. Even kwam May in hem op en dacht hij werkelijk dat het beter was als hij niks met Mackenzie kreeg, voor haar. Dat was één argument. Maar hij had duizenden om wel bij haar te blijven. Hij wou bij haar blijven. Hij wou niet dat ze wegging.
"Precies zoals ik het zeg!" Mackenzie keek hem fel aan. Het kwam waarschijnlijk niet erg overtuigend over. Ze was voorovergebogen over hem en ze voelde een blad tussen haar haren zitten. Dat kon haar niet zoveel schelen, eigenlijk, evenals de zwarte gloed onder haar ogen omdat ze niet goed had geslapen toen ze ziek was.
"Wat is er gebeurd?!" zei hij en sprong op. Hun gezichten waren net een inch uit elkaar. Drew bekeek haar nu van dichtbij, lichtelijk fronsend, maar niet van woede, van opgefoktheid, bezorgdheid. Hij zag haar vermoeidheid, haar slordige haar, hoe ze messy was, maar toch op een schone manier, een beeldschone manier. Hij wilde zo graag haar gewoon in zijn handen nemen en al was het maar een knuffel die hij haar geven kon, hij wou haar nooit meer loslaten.
"Hangt eraf, wil je horen wat er is gebeurd?" vroeg ze voorzichtig. Het maakte haar onzekerder dat hij zo dichtbij haar kwam, opnieuw. Ze wou niet verliefd worden. Ze mocht niet verliefd worden. Maar wegkijken nu was ook een teken van zwakte.
Mackenzie beet niet op haar lip. Ze was niet bang om het hem te vertellen, maar ze hield het stuk met Anthony en dat hij haar redde achter. Ze kon daar niet over praten. Ze kon niet voor zichzelf opkomen en dat hoefde Drew niet weten. "Ik weet dat je een prins bent. Ik weet waar je vandaan komt. Ik weet..." Ze kneep haar ogen dicht. "Ik weet dat je alleen maar in problemen komt door mij. Iedereen weet het! Eureka zei het ook al en, en, en Anthony zei doodleuk dat hij nu iets van je tegoed had en en... en..." Shit. Mond voorbij gepraat. Ze deed haar ogen meteen open.
Drew schrok. "Dus het is waar", zei Drew en hij keek haar dood bezorgd aan. Klote Charlie. Drew wou hem vermoorden. Hoe kon hij... hij... Hij kneep zijn ogen dicht en sloeg zijn armen om Mackenzie heen, op een manier dat ze niet weg kon. "Wees alsjeblieft niet bang, ik let voortaan op je, ik zal er voor je zijn, ik zal je beschermen!"
Mackenzie kneep haar ogen dicht. "Nee! Ik wil het niet horen!" Ze legde haar handen op haar oren en opende haar ogen weer. "Je had het moeten zeggen! Je had het moeten zeggen, verdomme, net als dat prinsschap, en net Eureka, en ook had je gewoon moeten zeggen... je had gewoon..." Tranen vloeiden over haar wangen.
Drew voelde een brok in z'n keel. Moest hij haar ook vertellen over May? Moest hij haar ook vertellen over de moord van zijn tweelingbroer, van zijn vader? Moest hij haar vertellen over zijn tiranschap en hoe verrot Aegle eigenlijk was? Hij slikte. Dat maakte alles alleen erger. Dat wist hij. Hij wist niet wat hij moest doen. Hij wou haar het vertellen, alleen... het was te veel. Veels te veel. Hij was alleen maar een last voor haar. Hij liet zijn schouders hangen. Er was maar één manier die hij kende om haar weer van zich af te duwen. Hij lachte sinister, harder, harder.
Mackenzie stopte met huilen en hield haar tranen weg. Ze bekeek Drew. Hij leek opeens totaal anders, alsof zijn karakter een 180 had gemaakt. Ze fronste. "Wat is er zo grappig?" schreeuwde ze.
Drew lachte en hij boog voorover, op een manier dat ze naar achter deinsde. "Deze grap heeft lang genoeg geduurd. Want dat is wat je bent, Mack. A joke." Hij stond op en hij liet zijn grijns nog meer zien. "Dacht je echt dat dit alles echt was? Dat ik echt om je gaf en zo? Gosh. Je bent zo naïef. Zo ongelofelijk naïef." Hij lachte nogmaals en hij stopte weer. "Jammer, ik dacht dat ik je wel even het bed inpraten kon. Fuck hey, ben al zo lang bezig, heb je zelf moeten laten winnen bij het vechttoernooi..." Hij schudde zijn hoofd. "Wat kreeg ik? Twee keer tongworstelen. Drie, misschien. Ik weet het niet meer, ik kan het me niet eens herinneren." Hij boog voorover naar haar en aangezien hij stond en zij zat was er duidelijk verschil. Hij rilde bijna van zijn eigen woorden. "Just wanted to see you naked, hunney. Damn, misschien had ik je nog zover gekregen om wat van je te drinken", hij lachte nogmaals en sprong toen naar beneden, hij kwam op de grond terecht. Lachend liep hij weg. Vanbinnen keerde zijn maaginhoud om. Zijn voeten voelden zwaar. Zijn ogen deden pijn. Hij wou terug, zeggen dat hij het niet meende, dat hij... er was geen terugweg. Hij beet snel op z'n lip en liep flink door.